| Aantekeningen |
Getrouwd:
- Alvorens Maria kon trouwen, diende de toestemming van haar ouders te worden gegeven.
Haar moeder, Maria van Vollenhoven, heeft op 24-05-1861 door notaris Jan Cornelis Paats te Rotterdam een verklaring laten opstellen, waarin zij toestemming gaf tot het huwelijk van haar dochter met Adrianus Albertus Cornelis van der Crab. (notarisnummer 167, geregistreerd Rotterdam 24-05-1861, deel 165, folio 140, recto vak 3, houdende een blad, geen renvooi).
Eveneens op deze dag heeft de moeder van Adrianus Albertus Cornelis van der Crab bij deze notaris een dergelijke verklaring laten opstellen. (notarisnummer 166, geregistreerd Rotterdam 24-05-1861, deel 165, folio 140, recto vak 2, houdende een blad, geen renvooi).
Aangezien de vader van de bruidegom reeds was overleden diende extract van het overlijden te worden overgelegd. De vader van de bruid was echter niet overleden, maar zat in een krankzinnigengesticht. De geneesheer gaf de volgende verklaring:
"Ik ondergetekende, eerste geneesheer bij het gesticht voor krankzinnigen te Zutphen, verklaar, dat de welEdelgestrenge Heer Mr. Albertus Jacobus Eliza Rijnbende in eenen toestand van volslagene krankzinnigheid verkeert, die hem niet slechts buiten staat stelt om eenige daad van beheer, hoe ook genaamd, te verrigten, maar ook zijne, zelfs tijdelijke, verwijdering uit het gesticht, zonder gevaar voor de openbare orde niet mogelijk maakt, dat hij derhalve bij het huwelijk zijner dochter niet tegenwoordig kan zijn, noch als vader de bij de wet gevorderde toestemming tot dat huwelijk geven kan.
In kennis der waarheid afgegeven te Zutphen, den 10 Mei 1800 en een en zestig door den geneesheer bovengenoemd
w.g. J.v.Ramaer.
(HB 359/29-05-1861, BS Rotterdam, NA Den Haag).
De getuigen bij hun huwelijk waren Johannes Ketelaar (±1779), zonder beroep en grootvader van de bruidegom, Hendrik Anthonie van Charante (±1802), koopman en oom van de bruidegom, Willem Eliza Rijnbende (1809), assuradeur te Amsterdam en oom van de bruid, en Margarethus Rijnbende (1813), koopman te Schiedam en oom van de bruid. De vader van de bruid werd wegens krankzinnigheid verpleegd in het krankzinnigengesticht te Zutphen. (HR 359/29-05-1861, B-84, BS Rotterdam, GA Rotterdam).
|
Mannelijk
Vrouwelijk