| Aantekeningen |
- Bouwman, schepen van Maasland 1630. Neemt als eerste de naam Suijderent aan, wellicht daar de familie op het Zuideinde van het dorp Maasland woonde (een oudere broer noemde zich daarentegen Jan Willemsz de Blancke). Cornelis wordt beleend van 13.10.1625 tot 12.12.1650 met 3 morgen land en een half huis, gelegen in de Langtaem te Maasland gemeen met Jan van Hodenpijl (leen 85 Hofstad Honingen). Uit de leenopvolging van dit leen blijkt, dat de Delftse familie de Groot dit leen vroeger bezeten heeft:
04.09.1514: Cornelis Dircxz., poorter te Delft, koopt het leen.
19.03.1539: Huyge Cornelisz. genaamd Huyge de Groot, bij dode van zijn vader Cornelis Dircxz. [deze Huyge de Groot, burgemeester van Delft, wasde grootvader van de bekende rechtsgeleerde Hugo de Groot (Grotius)].
09.08.1568: Mr. Cornelis de Groot, bij dode van zijn vader Hugo [Cornelis was hoogleraar te Leiden].
13.10.1603: Gerrit Henricxz. Bugge te Delft, na overdracht door Meester Cornelis de Groot.
13.11.1612: Joris Maertensz., na overdracht door Henrick Bugge.
22.09.1620: Maerten Cornelisz. van Dorp te Maeslant, na overdracht door Joris Maertensz. van der Gaech te Maeslant.
13.10.1625: Cornelis Willemsz. van Zuydereynt te Maeslant, na overdrachtdoor Maerten Cornelisz. van Dorp te Maeslant.
12.12.1650: Willem Cornelisz. Zuyderent, bij dode van zijn vader Cornelis Willemsz. Zuyderent.
Het leen wordt gesplitst, deel A, 2 morgen land:
09.01.1652: Pieter Cornelisz. van Dorp, na overdracht door Willem Cornelisz. Zuyderent.
deel B, 1 morgen land:
13.09.1655: Cornelis Jacobsz. van Dijk, gehuwd met Maartje Cornelis.
Uit deze leenopvolging lijkt een verwantschap tussen de families van Dorp en Zuiderent te bestaan, zonder dat duidelijk wordt op welke wijze (wellicht via de moeder van Cornelis).
|
ca. 1580 - 1650 (70 jaar)
