- In de kwartierstaten omtrent de familie Moll is een korte verhandeling weergeven over Cornelis Wijnand Rijnbende en zijn zoon Gijsbert Hendrik Rijnbende. Dit is geschreven door hun kleindochter, resp. dochter Gijsbertina Hendrika Rijnbende op 18 januari 1957. Gijsbertina was gehuwd met Lambertus Antonius Moll.
'Mijn grootvader had in de Weste Wagenstraat te Rotterdam en tabaksfabriek, hier werd koffie, tabak en thee verwerkt. Ik heb gehoord over kerven, hetgeen meestal door vrouwen werd gedaan (tabakswerksters). Er was veel groothandel op Le Havre. De fabriek ging prima, er werd hard gewerkt. Men begon 's morgens om 5 uur en eindigde 's avonds om 10 uur. Oma (Aletta Anna van de Goorberg) moest altijd thee proeven, dat kunnen vrouwen beter dan mannen.
Mijn vader kwam in de zaak toen hij 19 jaar was. Vanaf zijn achtste jaar is hij op kostschool geweest daar zijn tweede Moeder (Aartje Theodora van den Brandhof) hem bij haar huwelijk niet in huis wilde hebben. Hij is bij de Hernhutters geweest in Zeist en later op een kostschool in Brussel.
Mijn grootvader was een zeer kerks en een zeer streng man. Hij hield heel veel van mijn Moeder; mijn Vader kon niet zo goed met hem overweg. Mijn Vader werd heel kort gehouden. Mijn Grootvader had wel en vooruitziende blik door Vader steeds naar het buitenland te zenden, zodat hij zijn vreemde talen, vooral Duits en Frans, zeer goed sprak. Toen Vader naar Engeland moest kondigde hij aan: ik ga trouwen.
Dan zal je in je huwelijk nog Engelse les nemen, ik zal de lessen betalen, zei mijn Grootvader. En zo geschiedde. Vader werd 26 jan.1873 twintig jaar, 31 januari 1873 huwde hij en nog in het zelfde jaar vader (Cornelis Wijnand, * 27-10-1873, 07-07-1874).
Toen Vader net 26 jaar geworden was stierf de oude heer en stond Vader alleen aan het hoofd van de zaak.
Vader heeft direct veranderingen aangebracht in 1879: om 7 uur beginnen en vroeger ophouden, want voor die tijd voerde hij allerlei moderne dingen in. Het werkvolk droeg hem op de handen, hij was zeer goed voor zijn mensen.
De familie woonde toentertijd boven de fabriek. Inmiddels werd Marie (Anna Johanna Maria), nog een Wijnand, ook vroeg gestorven en Adam geboren (nog tijdens het leven van Grootvader). Toen 5 jaar na Adam's geboorte ik mij aankondigde, huurde Vader op de Kruiskade 80a een heel mooi huis (5 etages). Wij trokken er mei 1883 in en 2 juni 1883 stierf Vader, na 8 dagen ziek geweest te zijn aan blindedarmontsteking, 30 jaar oud.
Ma zette het huis te huur, maar na drie jaar waren ze er eerst vanaf. We verhuisden naar het Hogendorpplein 23, 't mooiste huis waar ik ooit gewoond heb. 't was een bovenhuis, een hoekhuis, maar met alle comfort van een heel huis. 't Had 17 ramen aan straat.
Inmiddels had de boekhouder de leiding van de zaak gekregen, een zekere Van Steenis, die niet voor zijn taak berekend was en de grandseigneur uithing. Hij speculeerde achter Moeders rug om, verloor een keer 60 mille in de koffie, enz.enz.
Totdat hij er vandoor ging; het werkvolk vond de deuren 's morgens gesloten.
Notaris Van Traa, kandidaat Weve en Mr.Dutlich hebben toen voor Ma heel hard gewerkt. De zaken zijn tenslotte overgenomen door de fa Van Rossum. Heel veel geld van de firma is blijven zitten in zaken in Zeeland; Van Steenis leverde maar op crediet, het was niet meer te achterhalen. Moeder is toen direct het huis uitgegaan, we gingen naar het Oostvestplein 83, een kleiner benedenhuis. Het was jammer van de mooie zaak, maar daar Vader zo plotseling overleed, had hij geen maatregelen kunnen treffen, hij was o.a. bezig een nieuwe fabriek te bouwen. Vader was een harde werker.
Uit het huis Oostvestplein is Moeder hertrouwd (18-09-1893 met Paulus Hendrik Opzoomer, gep. majoor tit. v/h Kon.Ned.Indisch Leger der Artillerie, verwierf in Atjeh de M.W.O., neef van Gijsbert Hendrik Rijnbende). We hebben later gewoond op de Oostzeedijk 274. Zijn in 1897 naar Nijmegen gegaan, waar Vader Opzoomer in sept.1898 is overleden.
Beide huwelijken van mijn Moeder waren zeer gelukkig, zij bezat charme'.
|