Bevolkingsreconstructie Zuid-Holland 1811 – 1930
Johannes Cornelis Rijnbende
1795 - 1834 (39 jaar)-
Naam Johannes Cornelis Rijnbende Geboorte 19 okt 1795 Schiedam, Zuid-Holland, NLD Doop (CHR) 23 okt 1795 Schiedam, Zuid-Holland, NLD - Doopgetuigen: Hermanus van Bol'Es en Anna Wuyster
Geslacht Mannelijk Beroep Militair Overlijden 31 okt 1834 Soerabaja, Jawa Timur, IDN Begraven Soerabaja, Jawa Timur, IDN - Johannes is begraven op de begraafplaats 'Peneleh' te Soerabaja
Persoon-ID I29487 voorouders
Vader Simon Rijnbende, ged. 28 mrt 1777, Schiedam, Zuid-Holland, NLD ovl. 14 nov 1853, Schiedam, Zuid-Holland, NLD (Leeftijd ~ 76 jaar) Moeder Willemina Hermanusdr van Bol'es, ged. 1 sep 1776, Schiedam, Zuid-Holland, NLD ovl. 17 jul 1800, Schiedam, Zuid-Holland, NLD (Leeftijd ~ 23 jaar) Ondertrouw 4 mrt 1795 Schiedam, Zuid-Holland, NLD Huwelijk 22 mrt 1795 Schiedam, Zuid-Holland, NLD - Op 23-04-1838 liet Simon Rijnbende, koopman, brander en distillateur, een procuratie (een volmacht om namens een ander op te treden), opstellen door notaris Thomas Bartholomeus Johannes Bremmer. Deze procuratie was ten behoeve van zijn zoon Albertus Gerardus Rijnbende en bij diens afwezigheid ten gunste van zijn zoon Margarethus Rijnbende. (N.N.A. 32A, nr 515, notarisnr. 91, GA Schiedam.
Op 15-05-1838 liet Simon wederom een procuratie door notaris Bremmer opstellen:
“De heer Simon Rijnbende, Brander en Distillateur, onder de firma van Rijnbende en Compagnie, over het afgelopen dienstjaar gepalenteerd bij akte van de Regering dezer Stad in dato den veertienden november achttienhonderd zevenendertig, nommer 721, wonende de Heer Comparant binnen deze Stad.
En verklaarde de heer Comparant bij deze te constitueren en mogelijk te maken zijnen Zoon, de Heer Margarethus Rijnbende, particulier, insgelijks binnen deze Stad woonachtig,
Om gedurende den tijd van tien jaren te rekenen van heden af, bij afwezigheid of indispositie van hem, Heer Comparant, hem Heer Comparant te representeeren in al de mercantiele betrekkingen en handelingen van gezegde zijne firma waar te nemen en te verrigten, alles in voege en maniere en met zoodanige uitgebreide magt en verbintenis, als aan hem Heer Comparant is gedefecteerd bij het contract van Compagnieschap van dezelve firma, den achtentwintigste februari achttienhonderd vierendertig voor mij notaris en getuigen gepasseerd, behoorlijk geregistreerd.”
(N.N.A. 32A, nr 731, notarisnr.121, GA Schiedam).
Enkele dagen later lieten Simon en Maria Jacoba bij dezelfde notaris een testament maken.
“Ik herroep en vernietig alle Testamenten door mij voor het tegenwoordige gemaakt.....”.
Hij stelde zijn tegenwoordige echtgenote, Vrouwe Maria Jacoba van Lutsenburg, tot mede erfgenaam van zijn na te laten goederen.
“....voor zoodanig gedeelte als die geen mijner kinderen welke het minste aandeel in mijne nalatenschap genieten zal. Voorst is mijne ....... wil en begeeste eerstelijk dat aangezien mijne getrouwde kinderen uit mijn vorig en tegenwoordig huwelijk geboren bij het aangaan van dezelver huwelijk uit onzen gemeenschappelijken boedel hebben genoten, te weten mijn oudste zoon uit mijn vorig huwelijk met wijlen Vrouwe Willemina van Bol'es, genaamd geweest Johannes Cornelis Rijnbende en als Majoor der Artillerie en Oostindien overleden, vijftienhonderd gulden, en de anderen ieder drieduizend gulden, zoo begeer ik dat die gelden door hun en onzen gemeenschappelijken boedel zullen worden ingebragt of op dezelver erfdeel in mijn nalatenschap worden verrekend, teneinde daardoor eene gelijke verdeling in des gemeenschappelijken boedels met mijne echtgenoote, en voor mijne nalatenschap......”.
Daarna volgden nog twee uitvoerig beschreven punten in zijn testament. Tenslotte benoemd hij zijn echtgenote, zijn zwager Cornelis Adrianus van Bol'es en zijn zoon Albertus Gerard tot executeurs, of bij ontstentenis of bedanken van een hunner zijn zoon Margarethus Rijnbende. Het echtpaar woonde toen aan de Plantage, wijk B nr 119 te Schiedam. Een zelfde strekking had het testament van Maria Jacoba van Lutsenburg. (N.N.A. 32A, nr 699 en 703, notarisnr 115 en 116, GA Schiedam).
In het jaarboekje van Schiedam 1846 vinden we dat Schiedam 12360 zielen bezat, dat de burgemeester van Schiedam S.Rijnbende was, dat een van de leden van de Raad van Schiedam S.Rijnbende was, dat een van de leden van het Kiescollege S.Rijnbende was en dat een van de leden van de Commissie tot het afgeven van certificaten voor de Nationale Militie eveneens S.Rijnbende was.
Gezins-ID F7937 Gezinsblad | Familiekaart
Gezin Jacoba Wilhelmina Senstius, geb. 2 nov 1802, Djokjakarta, Yogyakarta, IDN ovl. 29 okt 1870, Soerakarta, Jawa Tengah, IDN (Leeftijd 67 jaar) Huwelijk 30 sep 1827 Soerakarta, Jawa Tengah, IDN Kinderen 1. Wilhelmina Maria Margaretha Rijnbende, geb. 14 jan 1829, Semarang, Jawa Tengah, IDN ovl. 21 sep 1897, Soerakarta, Jawa Tengah, IDN (Leeftijd 68 jaar) + 2. Jan Herman Simon George Rijnbende, geb. 10 apr 1830, Semarang, Jawa Tengah, IDN ovl. 1 aug 1865, Salatiga, Jawa Tengah, IDN (Leeftijd 35 jaar) + 3. Wilhelmina Jacoba Johanna Cornelia Rijnbende, geb. 20 sep 1832, Soerakarta, Jawa Tengah, IDN ovl. 9 jul 1872, Soerakarta, Jawa Tengah, IDN (Leeftijd 39 jaar) + 4. Cornelis Jacobus Petrus Catharinus Rijnbende, geb. 1 sep 1834, Soerabaja, Jawa Timur, IDN ovl. 3 jul 1904, Brummen, Gelderland, NLD (Leeftijd 69 jaar) Gezins-ID F10852 Gezinsblad | Familiekaart
-
Aantekeningen - Johannes Cornelis is de 13e december 1820, na de vereiste opleiding aan de Genie- en Artillerieschool te Delft te hebben gekregen, als 1e luitenant der Artillerie naar Oost-Indië vertrokken. Op 24 augustus 1821 werd hij kapitein.
Op 17 juni 1822 ging hij naar Banca. Hij bleef daar tot 17 november 1823. Hij keerde toen wegens ziekte terug naar Batavia. Op 24 maart 1823 keerde hij met verlof terug naar het vaderland om te herstellen van zijn ziekte. Hij kwam op 24 augustus 1823 bij het huis van zijn ouders.
Op 2 januari 1826 vertrok hij opnieuw naar Batavia. In datzelfde jaar nam hij deel aan een belangrijke expeditie tegen de oproerige Javanen onder Dipo Negoro, die zich voornamelijk in de oude Kraton van Plezet gevestigd hadden. Johannes was een der eersten die de Kraton binnendrongen en het na een zeer bloedig gevecht overmeesterden. Ook bij andere gelegenheden kweet hij zich altijd uitmuntend.
In april 1827 werd hij naar Soeracarta verplaatst. Een jaar later (april 1828) werd hij tot majoor bevorderd en tegelijk tot onder-directeur van de tweede Grote Militaire Afdeling te Semarang en tot Commandant der Artillerie te velde benoemd.
Wegens zijn gedrag in de oorlog aan de Solo werd hij tevens met de Militaire Willems Orde 3e klasse versierd.
In november 1831 werd hij naar Salatiga bij het hoofdkwartier van het observatie-corps gestuurd en in juli 1832 van daar naar Soerabaya verplaatst als onderdirecteur der Artillerie bij het materieel in de derde Grote Militaire Afdeling.
Daar de oorlog toen beëindigd was, leefde hij daar rustig. In oktober 1834 overviel hem een galkoorts. Hij is na zes dagen, op de 31e oktober 1834, aan de gevolgen hiervan overleden.
- Johannes Cornelis is de 13e december 1820, na de vereiste opleiding aan de Genie- en Artillerieschool te Delft te hebben gekregen, als 1e luitenant der Artillerie naar Oost-Indië vertrokken. Op 24 augustus 1821 werd hij kapitein.